# At Joyce's
Notes:
Toen mijn schoonzus een enorm mooie bol wol meebracht van vakantie vanuit Paderborn in Duitsland, wist ik meteen wat ik ervan wilde gaan maken. Enige maanden geleden mocht ik een handgebreide doopjurk van een collega uitgebreid fotograferen. De jurk was gebreid door haar grootmoeder die naar Canada geemigreerd was. Er zat een lace panel in de jurk dat op kleine tulpjes leek, maar dan op zijn kop. In Nederland werd er voor de oorlog en in de oorlog veel gebreid. Ook veel kantpatronen zoals ik op mijn eigen familiefoto's kan zien. Mijn collega is nu van Canada naar Nederland geemigeerd en heeft haar schitterende doopjurk meegekregen. En terwijl ik het patroon in een sok aan het breien was, draaiden de tulpjes om..
Materiaal:
Naalden 2,25 mm Ongeveer 100 gram sokkenwol. Ik gebruikte Mille Colori Socks and Lace van Lang yarns. Dit garen is erg oneffen getwijnd, soms erg dun, dan weer erg los en dik. Dus wees alert op de stekenverhouding!
Stekenverhouding:
In pattern 32 st. x 46 rows = 10x10 cm (unblocked) Stockinet: 32 st x 44 rows = 10x10 cm (unblocked) Pattroon: (een meervoud van 8 st.) teltekening is opgenomen aan het einde. Toer 1, 3: \* yo, sl 1, k2tog steek daarbij je naald door de achterlussen van de twee samen te breien steken, haal daarna de afgehaalde steek eroverheen, yo, 5R\*, 8 keer herhalen Toer: 2, 4, 6 en 8: recht Toer 5: \* 3R, y0, ssk, 1R, k2tog, yo\*, 8 keer herhalen Toer 7: \*1R, k2tog, yo, 1R, yo, ssk, 1R\*, 8 keer herhalen Acht toeren vormt een patroonherhaling.
Opzet 64 st. en verdeel ze over 3 of 4 naalden. Het been wordt afgewerkt met een picotrand. En de meest elastische manier om dat te doen is door een hulpdraad te gebruiken bij het opzetten van de steken. Op die manier krijg je een elastische boord. Als je gewens bent om het picotboordje vast te naaien als de sok klaar is, kan dat natuurlijk ook, maar dat is minder elastisch.
Afkortingen:
R =recht sl = haal 1 steek af alsof je averecht wilt gaan breien k2tog = brei twee steken samen ssk = haal 2 steken af alsof je averecht wilt gaan breien, brei de beide steken samen. yo=omslag
Boord/ Been:
Picotrand:
Brei een picotrand; zet 64 st. Op met behulp van een hulpdraad en brei vervolgens 4 toeren recht met je gekozen sokkengaren. In de volgende toer worden de gaatjes voor de picotjes gebreid: \*k2tog alsof je averecht gaa breien, yo\* herhaal dit tot de naald uit is. Brei vervolgens 4 toeren recht. Vouw je werk nu dubbel zodat de picotjes te voorschijn komen en brei de twee randen aan At Joyce's2014 elkaar. Daartoe moet je de hulpdraad steek voor steek uithalen en steeds een steek van de naald samenbreien met de steek die vrijkomt van de hulpdraad.
Been:
eins og pu sért a? fara ad prjona paer sléttar saman, prjona?u naestu Toer 1,2,4,5,9, 10, 12,13, 14,15,17, 18,22,23,:recht Toer 3, 6, 8, 11, 16, 19, 21, 24 : averecht VSU6 = Vinstri snuningur med utaukningu: Settu 3 lykkjur a hjalparprjon fyrir Toer 25 en 27: hier begint het patroon: \* yo, sl 1, k2tog, haal de afgehaalde steek er prjoninn og pronaou par saman me? pvi a0 fara aftan i paer. lykkju og steyptu svo baoum oprjonuou lykkjunum yfir. aftan, prjonai nastu 2 lykkjur sl, prjona?u sioan 2sl af hjalparprjoni. 3ss = 3 sléttar snunar saman, gerdar a sama hatt og 2ss, nema me? 3L. Toer 25 t/m 32 vormen een patroonherhaling. Brei nu verder volgens het patroon totdat het been de gewenste lengte heeft. Zelf heb ik vier patroonherhalingen gebreid. Begin de hiel te breien bij voorkeur na een complete patroonherhaling. Hiel wordt versterkt gebreid over 32 St. Brei verder als aangegeven. Naald 1: \* Sl 1 alsof je averecht wil gaan breien, 1R\* Naald 2: averecht Herhaal naald 1 en 2 totdat er 32 naalden gebreid zijn. Kleine hierl: (10-12-10) wordt glad recht gebreid. Naald 1: Sl 1 alsof je averecht wil gaan breien, 18R, SSK, 1R, draai het werk. Naald 2: Sl 1 alsof je averecht wil gaan breien, 7A, P2TOG, 1A, draai het werk. Er blijven 10 steken aan beide kanten ongebreid. Naald 3: S1 1 alsof je averecht wil gaan breien, 8R, SSK, 1R, draai het werk. Naald 4 en verder zo doorbreien. Er blijven 20 steken over op het einde. Spie Neem 17 st. op aan weerszijden voor de spie. Er staan 32 st, op de bovenvoet. Brei de bovenvoet verder in patroon. Neem eventueel een extra steek op als je geen ongewenste extra gaatjes wilt.
Spieminderingen:
Toer 1: Brei recht tot de laatste 3 st., K2TOG, 1R; Brei de 32 steken van de bovenvoet in patroon; 1R, SSK, brei recht tot aan het einde van de naald. Toer 2.: Geen minderingen; brei alle hielsteken recht; brei de 32 steken van de bovenvoet in patroon. Herhaal deze twee toeren tot er nog 32 steken over zijn op de voetzool. Brei daarna door totdat de voet de gewenste lengte heeft. Reserveer 5 cm. voor de teen.
Teen:
Toer 1: 1R, SSK, recht breien tot de laatste 3 st., K2TOG, 1R. Vervolg met 1R, SSK, brei recht tot de laatste 3 st., K2TOG, 1R. Toer 2 en 3: recht Herhaal toer 1, 2 en 3; 4 x. Herhaal toer 1 en 2; 4 x Herhaal toer 1; 4 x Sluit de resterende 16 st. met de Kitchenerstitch. Teltekening (m.b.v. Knitting Chart Generator) http://chartgen.orangellous.com/index.php
Legend
k (knit) p (pur1) yo(yarnover) ssk (slip, slip knit) k2tog (knit two together) 不 k3tog (knit three together) sk2p (slip one, knit two together, pass slipped stitch over) Op naar de volgende sok... Veel plezier! Erry
Copyright:
Copyright Erry Pieters-Korteweg 2014. Please respect the copyrights. Not for commercial use. IyBlog:erkenraadje.blogspot.com
