Kerstbal in blauw en wit. Ontwerp: Bianca Boonstra @ 2014
Voor de kerstbal in blauw en wit heeft u nodig: 4 draads sokkenwol in effen blauw en in wit (katoen mag ook, mits die voldoet an de gegeven steekverhouding) breinaalden zonder knop, 2,5 mm: 1 set, haaknaald 2,5 stopnaald. Steekverhouding: Dit is heel belangrijk, want daar is de omvang van de kerstbal volledig op berekend. Deze moet zijn: 28 steken en 40 naalden = 10 x 10 cm. Controleer dit, en pas indien nodig uw naalden aan. De omtrek na het vullen is 33 cm Voor het beginnen: Met blauw: Meet ongeveer 20 cm draad af aan het begin, zet 12 steken op en verdeel die evenredig over de naalden. De 20 cm wordt gebruikt om na het vullen de kerstbal te sluiten. 1: Brei 1 ronde recht. 2: Brei elke steek door de voor- en achterlus. (=24 st) 3: Brei 1 ronde recht. 4: \*Brei 1 steek door de voor- en achterlus, 1 steek recht. Herhalen vanaf \* tot het einde van de ronde. (=36 st) 5: Brei 1 ronde recht. 6: \*Brei 1 steek door de voor- en achterlus, 2 steken recht. Herhalen vanaf \* tot het einde van de ronde. (=48 st) 7: Brei 1 ronde recht. 8: \*Brei 1 steek door de voor- en achterlus, 3 steken recht. Herhalen vanaf \* tot het einde van de ronde. (=60 st) 9: Brei 1 ronde recht. 10: \*Brei 1 steek door de voor- en achterlus, 4 steken recht. Herhalen vanaf \* tot het einde van de ronde. (=72 st) 11: Brei 1 ronde recht. 12: \*Brei 1 steek door de voor- en achterlus, 5 steken recht. Herhalen vanaf \* tot het einde van de ronde. (=84 st) Brei vanaf dit punt verder volgens de teltekening: u ziet %4 deel van de kerstbal, en dit stukje gaat over 21 steken. U moet dit 3 keer herhalen om de ronde te voltooien. In ronde 14 wordt wit aangehecht. De kleur van het vakje geeft de kleur van de steek aan. Knip aan het einde van toer 52 wit af, zet het draadje goed vast an de binnenkant van de bal. Hecht ook het andere draadje af. Ga verder met blauw
53: \* brei 2 steken samen, 5 recht. Herhalen vanaf \*, tot het einde van de ronde 54: alle steken recht breien 55: \* brei 2 steken samen, 4 recht. Herhalen vanaf \*, tot het einde van de ronde 56: alle steken recht breien 57: \* brei 2 steken samen, 3 recht. Herhalen vanaf \*, tot het einde van de ronde 58: alle steken recht breien 59: \* brei 2 steken samen, 2 recht. Herhalen vanaf \*, tot het einde van de ronde 60: alle steken recht breien. 61: \*brei 2 steken samen, 1 recht. Herhalen vanaf \* tot het einde van de ronde 62: alle steken recht breien 63: \* brei 2 steken samen. Herhalen vanaf \* tot het einde van de ronde 64: brei alle steken recht. Knip het draad af op ca. 50 cm vanaf het werk. Rijg die door de overgebleven steken, en sluit de top door het draadje aan te trekken. Zet goed vast. Haak dan een streng van ongeveer 30 lossen. Bevestig die aan de kerstbal. Hecht het overgebleven draad af. Vul de bal via de opening aan de onderkant. Sluit met de begindraad de opening door de steken door de opzetlus te halen, en die daarna aan te trekken. Hecht af. In de blauwe strook in het midden kunt u een naam of kerstwens mazen.
