Eierbaretjes
Een mutsje volgens dit patroon past strak rond een XXL scharrelei van de Lidl Nodig: - vijf sokkenbreinaalden nummer 2,5 - garen in de dikte van sokkengaren $^{\star}\mathsf{A}1^{\star}$ Zet losjes 28 steken op en brei 1 naald recht. Verdeel de steken dan over 4 naalden $(4\times7)$ enbrei hierna verder in het rond. Brei ongeveer 1 cm boordsteek $^{2/2}$ Brei 1 toer recht. \*\*Brei 1 steek $\mathsf{V}^{+\mathsf{a}}$ 1 recht\*\*, herhaal van \*\* tot \* tot aan het einde van de toer (je krijgt 42 steken).
Brei 1 toer recht, meerder daarbij in naald 2 en 4 nog 1 steek. Je hebt dan 4 x 11 steken. $^{\star}\mathsf{A}2^{\star}$ In de volgende toeren meerder je aan het begin van elke naald 1 steek. (Ik maakte de meerderingen door 1 steek recht te breien, en daarna 1 omslag te maken. Dan krijg je gaatjes, dat was ook mijn bedoeling. Wil je geen gaatjes, neem dan een dwarslusje op waar je wilt meerderen en brei dat lusje verdraaid recht, of brei de eerste steek 2x.) Ga door met meerderen tot je mutsje breed genoeg is naar je zin. Ik ging door tot 20 steken per naald (19 steken en 1 omslag). Nu ga je minderen. Omdat ik bij de minderingen ook gaatjies wilde, heb ik aan het begin van elke volgende naald 2 steken samengebreid, 1 omslag gemaakt, 2 samengebreid. Dat is een mindering met een gaatje in het midden. Wil je geen gaatjes, brei dan gewoon de eerste 2 steken van elke naald samen. Ga door met minderen tot je nog maar 8-9 steken in totaal hebt. Brei daarna alle steken 2 aan 2 samen tot je nog 4 steken over hebt. Brei een stukje I-cord over de overgebleven 4 steken: 4 toeren over 4 steken; dan 1 recht, 2 samen, 1 recht (nog 3 steken over); 1 toer over 3 steken; 2 samen 1 recht (nog 2), 2 toeren, 2 samenbreien (nog 1 steek over). Brei de laatste steek 3 keer, knip af en haal door. Hecht de muts af en trek hem over het ei!
Bovenaanzicht mutsje, met gaatjesminderingen. Dit mutsje heeft gaatjes en gebogen lijnen, die boven en onder de vouwlijin gelijk zijn. Natuurlijk zijin er meer variaties mogelijk:
Variatie 1: geen gaatjes, gebogen lijnen doorlopend.
Brei als bij het eerste baretje, van $^{\star}\mathsf{A}\mathsf{1}^{\star}$ tot $^{\star}\mathsf{A}2^{\star}$ .Dit baretje heeft geen gaatjes bij de meerderingen en minderingen. Meerderen: brei de eerste steek van elke naald $_{2\times}$ $(\mathsf{v}\!+\!\mathsf{a})$ . Ga hiermee door, in elke toer, tot je genoeg (19) steken op elke naald hebt. Brei 1 toer recht, 1 toer averecht, 1 toer recht. Minder dan door steeds de twee laatste steken van elke naald samen te breien. Je krijgt geen gaatjes en de bochtjes lopen de andere kant op als bij het eerste mutsje, bovendien ligen ze niet helemaal vlak. Minder tot je nog 4 steken hebt, brei I-cord als bij het eerste mutsje.
Variatie 2: vierkant.
Brei als bij het eerste baretje, van $^{\star}\mathsf{A}\mathsf{1}^{\star}$ tot $^{\star}\mathsf{A}2^{\star}$ Meerderingentoer 1: brei de eerste en de latste steek van elke naald 2x. Toer 2: alle steken recht, geen meerderingen. Herhaal toer 1 en 2 tot je genoeg (19) steken op elke naald hebt. Brei 1 toer recht, 1 toer averecht, 1 toer recht. Minderingentoer 1: brei de eerste twee (recht) en de laatste twee (verdraaid recht) steken van elke naald samen. Toer 2:all steken recht, geen minderingen.Ga door tot je op elke naald nog 3 steken hebt, maak op elke naald 1 dubbele mindering, brei I-cord als bij het eerste mutsje.
Variatie 3: 8-hoekig.
Brei als bij het eerste baretje, van $^{\star}\mathsf{A}\mathsf{1}^{\star}$ tot $^{\star}\mathsf{A}2^{\star}$ Meerderen, 1e toer: brei 4 recht, brei de steek voor de middelste steek van de naald $_{2\times}$ , brei de middelste steek, brei de steek na de middelste steek $2\mathbf{x},$ brei 4 recht. Herhaal op de andere 3 naalden. 2e toer en all even toeren: recht.. 3e toer: 4 recht, 1 steek 2x breien, 3 middelste steken recht, 1 steek 2x breien, 4 recht. In elke meerderingentoer krjg je op elke naald dus 2 steken meer tussen de steken die je $_{2\times}$ breit. Herhaal toer 1 en 2 tot je genoeg (19) steken op elke naald hebt. Brei 1 toer recht, 1 toer averecht, 1 toer recht. Minderen: 1e toer: 4 recht, 2 verdraaid recht samenbreien, recht tot de laatste 6 steken op de naald, 2 recht samenbreien, 4 recht. Herhaal tot einde toer. 2e toer: recht. Herhaal toer 1 en 2 tot je nog 11 steken per naald hebt. Dan ga je in toer 1 over op het maken van 1 dubbele mindering in het midden van elke naald, in toer 2 bljf je recht breien. Minder tot je nog 4 steken hebt, brei I-cord als bij het eerste mutsje.
Variatie 4: rond.
Brei als bij het eerste baretje, van $^{\star}\mathsf{A}\mathsf{1}^{\star}$ tot $^{\star}\mathsf{A}2^{\star}$ Meerder in elke toer op elke naald 1 steek, steeds op een andere plaats in de naald. Herhaal dit tot je genoeg (19) steken op elke naald hebt. Brei 1 toer recht, 1 toer averecht, 1 toer recht. Minder in elke toer op elke naald 1 steek, steeds op een andere plaats in de naald. Minder totje nog 4 steken hebt, brei l-cord als bij het eerste mutsje. Boordsteek $2/2=2$ recht, 2 averecht 1 steek $v+a=$ een steek $_{2x}$ breien: recht breien, niet af laten gaan, achterin dezelfde steek nog een keer recht breien, dan pas af laten gaan. 1 steek gemeerderd. Dubbele mindering: steken samen recht afhalen, derde steek recht, afgehaalde steken over de gebreide steekhalen. I-cord: brei de steken op de naald, keer niet. Schuif de steken weer naar het begin van de naald, houd de draad achter het werk en brei de steken opnieuw. Het wordt vanzelf rond!
