Proeflapjes (proefhandje) voor handschoenen
Het maken van vingers voor handschoenen of zogenaamde vingerloze handschoenen lijkt moeilijk. Het valt eigenlijk best wel mee, maar je moet wel de tijd nemen om het even te oefenen. In dit voorbeeld wordt sokkengaren als basis gebruikt. Voor dikkere garens is het handig om ook even een proefhandje te maken. Wij gaan dus spelen met sokkengaren..
Wat heb je nodig:
Pen en papier ( een notitieboekje is heel handig) je centimeter een rondbreinaald (koordje van $20\;\mathrm{cm}$ $2{,}5\;\mathrm{mm}$ een setje sokkennaalden (DPN's) - 2,5 mm een restje sokkenwol Steekmarkeerders en natuurlijk het belangrijkste: de hand waarvoor je de handschoenen wilt gaan maken.
Meten is weten!
De mtetpuenl vall ue nanu ge veli veianigijke iolmauie aali ue vieistei. 1: De omtrek van de pols 2: De omtrek van de hand Deze twee maten zijn ongeveer hetzelfde. Standaard worden deze maten weergegeven in inches, als je handschoenen koopt. 3A: De omtrek van de duim 3B: Ruimte die nodig is voor de spie 4: De lengte van de duim. 5: De lengte van pols tot top middelvinger 6, 7, 8, 9: de omtrek van de vingers wordt gemeten aan de basis van de vinger.
Bij bepaling van de markeerplaatsen kun je het beste gebruik maken van sokkennaalden (in vergelijking tot een rondbreinaald. Hiermee kun je strakker op de hand meten, met een beter resultaat. Voor deze hand worden voor de vingers evenveel steken gemarkeerd - 6 voor iedere vinger. Dan worden all steken gebreid op de rondbreinald. De sokkennalden worden gebruikt om iedere vinger apart te breien.
In het voorbeeld handje worden voor de wijsvinger 6 steken van de bovenhand, en 6 steken van de onderhand op 2 sokkennaaldjes gezet. De steken van de bovenhand worden gebreid. Daarna worden er steken opgezet voor het bruggetje tussen de vingers. Naar gelang het patroon zullen dit er meestal 3 zijn. Ik heb er in dit geval 4 gebruikt, voor een meer comfortabele pasvorm.
Hierna brei je een paar rondjes, dan opnieuw passen. Brei dan naar wens de vinger af. Voor de middelvinger: Neem de gemarkeerde steken op voor de bovenhand. Op een ander sokkennaaldje neem je de steken op voor de onderhand. Dan neem je de steken op van de zojuist gemaakte brug tussen wijsvinger en middelvinger. Zie het plaatje hieronder.
De steken worden als volgt opgenomen: No 1 en 4 in de hoeken - dit om gaatjes te voorkomen. De steken 2 en 3 worden net voor en net na het midden van de de “brug"’ opgenomen. Brei de steken, beginnend bij de steken van de onderhand - via de wijsvingerbrug, naar de bovenhand. Zet dan op een vierde sokkennaald 4 steken op. Brei een paar rondjes, dan passen. Als de vinger soepel zit - naar wens afbreien.
Middelvinger en ringvingr worden dus met 4 sokkennaaldjes gebreid. Boven en onder staan ieder 6 steken op de naalden, links en rechts ieder 4. De ringvinger: Deze wordt op dezelfde manier gebreid als de middelvinger. Pink: Zet de overgebleven steken op 2 sokkennaalden. Neem van het bruggetje tussen ringvinger en pink 4 steken op. Brei een paar rondjes. Passen. Als het geheel soepel zit - pink naar wens afbreien.
Een proeflapje met gedeeltelijke vingers. Een handschoen, waarin de boven beschreven techniek is toegepast. Opdracht: Brei een proefhandje met sokkengaren.
Noteer in het forumdraadje: hoeveel steken je hebt opgezet de markering voor de vingers hoeveel steken voor het tussenbruggetje zijn gebruikt. En natuurlijk een foto!
