SokBasis\*
... basis sokkenpatroon met en sterretje \* Sokkenbreien is mijn passie. Van de teen omhoog gebreid met een hielflap is een van mijn favoriete manieren om een sok te breien. Dit basispatroon is geheel uitgewerkt voor maat 38/39. Heb jij een andere maat? In het patroon kun je jouw gegevens noteren. De benodigde gegevens kun je aan de hand van de aangegeven letter opzoeken in de maattabel. Kies naar jouw voorkeur voor het breien op een rondbreinaald of het breien met vijf korte sokkennaalden en verdeel de steken evenredig over de naalden. Dit basispatroon is getest op sokengaren met een steekverhouding van circa 30 steken en 42 rondes tricotsteek op 10 bij 10 cm met naalden 2,5 mm. \*Ik ga er vanuit dat je al een of meerdere sokken vanaf de boord naar de teen hebt gebreid en je weet hoe globaal een sok in elkaar zit.
Afkortingen:
P - 1 steek averecht breien Ktbl - 1 steek verdraaid recht breien K - 1 steek recht breien RS - de buitenkant van de sok, ook wel de goede kant genoemd WS - de binnenkant van de sok LLinc: Een linkshellende verdiepte meerdering; deze manier van meerderen geeft een vrijwel onzichtbare meerdering. Brei één steek, steek de linkernaald twee rijen lager in het linkerbeen van de steek die je net gebreid hebt. Zet de lus op je linkernaald en brei de steek verdraaid recht
LRinc:
Een rechtshellende verdiepte meerdering; deze manier van meerderen geeft een vrijwel onzichtbare meerdering. Steek de rechternaald in het rechterbeen ééen rij lager in dan de steek die je wilt gaan breien. Zet de lus op je linkernaald en brei deze verdraaid recht.
Patroon
Teen: Zet een totaal van 20 (2 keer $\mathsf{A}=\ldots$ ) steken op en verdeel deze evenredig over de naalden. Gebruik naar wens Judy's Magic Cast-on (zie tips) of een andere tijdelijke opzetmethode. 10 $\mathbf{\Psi}[\mathsf{A}=\ldots]$ )steken zijn voor de bovenvoet, 10 $(\mathsf{A}=\ldots)$ steken zijin voor de voetzool. Brei één ronde recht voor je met de meerderingen van de teen gaat beginnen. Tip: Laat het opzetdraadje naar buiten hangen, zo kun je het begin van een ronde herkennen.
Ronde 1:
Zool: K1, LRinc, brei recht tot de laatste steek, LLinc, K1. Bovenvoet: K1, LRinc, brei recht tot de laatste steek, LLinc, K1. Ronde 2: Brei alle steken recht. Herhaal ronde 1 en 2 tot je een totaal van 60 $\mathrm{{;C=\ldots}}\ .$ ) steken hebt. Je hebt in 20 ( $\mathbf{\nabla}\mathbf{A}2=\ldots\mathbf{\nabla})$ rondes( $\mathbf{\Psi}[\mathsf{A}\mathsf{1}=\ldots$ ) 20 steken gemeerderd. Je hebt nu 30 ( $(\mathtt{B}=\ldots)$ steken voor de bovenvoet en 30 ( $\left[\mathsf{B}=\ldots$ ) steken voor de voetzool. De teen is circa 4,75 ( $\mathbf{\mathrm{.A3}}=\ldots$ ) cm lang.
Voet:
De voet brei je over 60 ( $\mathrm{[}\,=\,...\,\mathrm{]}$ steken. Op de bovenvoet kun je een patroonsteek naar wens breien. Brei de steken voor de zool recht. Brei deze rondes tot de voet een hoogte heeft van 13,25 $(\mathsf{D}=\ldots)\,\mathsf{c m},$ gemeten vanaf het puntje van de teen. Brei de steken van de bovenvoet voor je met de meerderingen voor de spie gaat beginnen.
Spie:
Ronde 1: Zool: K1, LRinc, brei recht tot de laatste steek, LLinc, K1. Bovenvoet: Brei recht of in de door jouw gekozen patroonsteek. Ronde 2: Zool: Brei alle steken recht. Bovenvoet: Brei recht of in de door jouw gekozen patroonsteek. Eindig met een volledige ronde 2 bij een totaal van 90 $\mathsf{F}=\ldots)$ steken. Om de spie te vormen heb je per kant van de spie ( $\mathrm{\Delta}\Xi=...)$ 15 steken gemeerderd en een totaal van 30 $\^{\prime}\mathbb{E}1=~\ldots~)$ rondes gebreid. De spie is circa 7 ( $\^{\mathrm{E}2}=\dots\rangle$ I cm lang. Brei nogmaals de steken van de bovenvoet voor je met de hiel gaat beginnen Brei de eerste 15 steken $(\mathsf{E}=\ldots\ )$ van de zool. Dit zijn de meerderingen die je voor de spie hebt gemaakt. Tip: Werk je op de bovenvoet in een patroonsteek, noteer het nummer ( ... ) van de laatst gebreide rij .
Hiel
Kleine hiel met verkorte toeren:
Brei de kleine hiel met verkorte toeren over 30 $\mathbf{\nabla}[\mathsf{B}=\ldots]$ steken Zet, als je dit prettig vindt, deze steken op een aparte naald of op één deel van de rondbreinaald. Gebruik naar wens steekmarkeerders om de steken van de spie, bovenvoet en hiel van elkaar te scheiden. Rij 1: (RS) K28 steken. $(\mathsf{B}\!-\!/\!-\!2=\bigstar\!\dots)$ Maak een steek met een omslag als volgt: Leg de draad naar voren. Haal de volgende steek averecht af, sla de draad weer naar achteren. Zet de steek met de omslag op de linkernaald. Op de linkernaald heb je nu twee steken staan; één ongebreid en één steek met een omslag (een sjaaltje rond zijn nek). Draai het werk om. Draai het werk. Rij 2: (WS) P26 sts. $(\mathsf{B}\!-\!/\!-4=\mathsf{\Omega}\ldots)$ Maak een steek met een omslag als volgt: Leg de draad naar achteren. Haal volgende steek averecht af en sla de draad weer naar voren. Zet de steek met de omslag op de linkernaald. Ook nu heb je weer twee steken op de linkernaald staan. Eén ongebreid en één steek met een omslag (een sjaaltje rond zijin nek). Draai het werk. Rij 3: K24 (E $3-1-6=\cdots2$ , maak een steek met een omslag. Draai het werk. Rij 4: P22 $(\mathsf{B}\!-\!/\!-\!8=\bigstar\!\bigstar\bigstar)$ , maak een steek met een omslag. Draai het werk. Ga zo verder tot in het midden je nog 10 $\mathbf{\Psi}(\mathsf{A}=\ldots)$ steken zonder omslag over hebt. Er zijin 9 $(\mathsf{A}-/-\mathsf{1}=\ldots)$ I steken met een omslag. WS: Brei de steken voor de hiel averecht. Brei de omslagen (het sjaaltje) met de bijbehorende steek averecht samen. Brei de laatste steek van de hiel averecht samen met de eerste steek van de spie . Draai het werk. RS: Haal 1 steek averecht af. Brei de steken voor de hiel recht. Brei de omslagen (het sjaaltje) met de bijbehorende steek recht samen. Brei de laatste steek van de hiel recht samen met de eerste steek van de spie. WS: Haal 1 steek averecht af. Brei de steken voor de hiel averecht. Brei de latste steek van de hiel averecht samen met de volgende steek van de spie .
Versterkte grote hiel:
De hiel is voor mij de meest kritieke plek voor slijtage van de sokken. Ik brei ze "versterkt". Door de afgehaalde steken is het weefsel is op de hiel iets dikker, wat ze slijtvaster maakt. Brei 30 ( $\mathbf{\nabla}\mathsf{B}=\ldots\mathbf{\nabla})$ steken van de grote hiel als volgt: Rij 1: \*Haal 1 steek averecht af, een steek recht\*. Herhaal \* tot de laatste steek. Brei de laatste steek van de hiel recht samen met de eerste steek van de spie . Draai het werk. Rij 2: Haal 1 steek averecht af, brei averecht tot de laatste steek. Brei de laatste steek van de hiel averecht samen met de volgende steek van de spie Herhaal deze twee rijen tot dat alle steken van de spie zijin samengebreid in de grote hiel. Eindig na rij 2, met de goede kant van het werk voor je. Begin nu met het been. Been: Ga nu verder met het breien van het been over de 60 $\left(\mathsf{G}=...\right)$ steken. Heb je gekozen voor een patroon op de bovenvoet, dan kun je deze nu vervolgen op het voor- en achterbeen.
Boord:
Brei de boord in een boordsteek en lengte naar keuze. Mijn favoriet is een boordsteek van 1 steek verdraaid recht, 1 steek averecht, tenminste 15 ( $\mathrm{H}=\dots)$ rondes. Afwerking: Kant de steken van de boord losje af. Gebruik eventueel nodig een dikkere naald om de steken losjes af te kanten. Maas de teen dicht en werk de draadeinden netjes weg. Geniet van het resultaat en brei de tweede sok! Tips: Het internet staat vol met instructieve filmpjes en foto's: LLinc & LRinc: http://www.youtube.com/watch?v=SYOYMJBGxrw Judy's Magic Cast-on: http://www.knitty.com/ISSUEspring06/FEATmagiccaston.htm
Copyright
Copyright 2008/2009 - Janneke Maat (aka Serena). Dit patroon mag voor persoonlijke gebruik vrij verspreid worden.
Feedback
Feedback en opbouwende kritiek is welkom! Vind je foutjes in het patroon? Stuur mij een e-mail op janneke.maat@gmail.com Weblog: http://www.helyg.com Ravely: http://www.ravelry.com/people/Serena
Matentabel voor een teen-naar-boord sok
