Kijk, zo'n muisje wil je wel in huis hebben!
Gebruikt garen: dunne witte acryl van de markt (Yasmina) Gebruikte breinaalden: rondbreinaald van Addi, pendikte 3, 80 cm lang (langer kan Ook). De gebruikte breitechnieken (magic loop breien, magische opzet voor de oortjes en ongebruikelijke manieren om te meerderen) worden uitgebreid uitgelegd op www.decoratiefbreien.blogspot.com. Voor vragen over dit patroon kun je per e-mail bij mij terecht: karien.achterberg@gmail.com. Voor een mooi resultaat niet te los breien, gewoon lekker stevig (vooral bij het wisselen van naald!). Begin met het staartje. Dit bestaat uit 3 steken die in het rond worden gebreid op een manier die i-cord wordt genoemd. Op Youtube zjin talloze filmpjes te vinden hoe je dit kunt doen, hieronder leg ik het met woorden (en foto's) uit: drie steken op door de draad drie keer gedraaid om de breinaald te haler Het wordt perfect als de linker draad de werkdraad is. Trek de draad wat aan en brei de drie steken recht (wel de werkdraad nemen!). De drie steken staan nu op de rechter breinaald. De bedoeling is dat ze weer overgezet worden op de linkerkant, dat kan op een aantal manieren: gebruik je al de rondbreinaald, dan kun je de drie gebreide steken helemaal naar de andere kant schuiven. Het gaat echter het snelst om ze gewoon voorzichtig over te nemen op de linker naald. Het ziet er nu zo uit:
Brei nu weer de drie steken recht. Laat de werkdraad achterlangs lopen en trek hem bij de eerste steek een beetje extra aan. Ga op dezelfde manier door, na een paar toeren zie je goed dat het een mooi rond koordje wordt (hetzelfde als punniken maar dan met drie steken). Na zo'n 16 toeren worden er twee steken gemeerderd voor de overgang naar het lijfje: brei de eerste steek gewoon recht. Neem de steek op die onder de volgende steek zit (in de vorige toer dus), zet die op de naald en brei hem eerst, daarna de gewone steek (zie ook tutorial: http://decoratiefbreien.blogspot.com/2012/02/verschillende-manieren-om-te meerderen.html):
Ditzelfde doe je bij de derde steek. Er staan nu 5 steken op de ene naald. Om te kunnen gaan rondbreien, worden de steken nu over de twee pennen van de rondbreinaald verdeeld. Haal de steken voorzichtig van de naald af, zet de twee laatstgebreide steken op de ene pen (de bovenste op de foto), en de drie andere op de andere pen, zoals op de foto:
De bovenste twee steken zjn het begin van de onderkant van het muisje, de onderste drie vormen het begin van de rug. Trek nu de bovenste pen door, zodat de twee steken op het flexibele gedeelte van de rondbreinaald komen te staan. Zorg dat je aan beide kanten een lus in de rondbreinaald overhoudt en begin met breien van de rug: 1e toer: rug: brei de drie steken recht. buik: draai het breiwerk, schuif de steken van de buik op de vrijgekomen pen, trek de andere pen door zoals boven beschreven en brei de twee steken van de buik recht. Ga op dezelfde manier door met breien (dit wordt magic loop genoemd). 2e toer: rug: Meerder drie steken door bij elk van de drie steken eerst de steek eronder op te nemen en te breien (= 6 st). buik: meerder 1 steek (rechts van de tweedesteek). 3e toer: rug: 6 st recht. buik: meerder 1 steek voor de eerste steek (= rechts van de eerste steek), brei de vijf steken en meerder aan het eind nog een steek links van de laatstgebreide steek. LET OP: doordat je net een steek hebt gebreid, moet je nu een toer LAGER insteken: neem dat lusje op de linker naald en brei hem recht (zie foto):
4e toer: rug: meerder drie steken (v66r de 2e, de 4e en de 6e steek) = 9 st. buik: 5 recht. 5e toer: rug: 9 r, buik: meerder 1 steek v6or de eerste en 1 steek na de laatste steek: = 7 steken. 6e toer: rug: hier wordt wat extra bolling aangebracht door het invoegen van een verkorte toer. Brei de eerste steek recht, meerder 1 st voor de tweede steek en brei ook de tweede steek (er staan nu drie steken op de rechter naald). Brei de volgende twee steken recht, meerder 1 steek na de laatst gebreide steek, 1 r, 1 meerdering rechts van de volgende steek, 2 r. Er staan nog twee steken op de linker naald, maar die worden nog niet gebreid: keer het hele breiwerk om, haal de eerste steek averecht af en brei 6 steken av. Keer weer om, haal de eerste steek averecht af en brei vijf steken recht. De volgende steek wordt samengebreid met de steek eronder, om het gaatje te dichten dat door het keren is ontstaan. Zet hiervoor met de rechter breinaald de 'moeder'steek (de steek onder de steek die op de naald zit) bij de steek op de naald en brei de twee lusjes samen. Maak tussen de laatste twee steken nog een meerdering. (= 13 st) buik: 7 r 7e toer: rug: brei recht, brei de vierde steek samen met de steek eronder om het gat te dichten dat door het keren is ontstaan. Het handigst is om de steek even op de rechter naald te nemen en met de linker naald de steek eronder op te nemen. Zet ze samen op de linker naald en brei ze recht samen. Meerder in deze toer tevens na de zesde steek nog 1 steek (= 14 st). buik: meerder voor de eerste en na de laatste steek een steek (= 9 st). 8e toer: rug: meerder 4 steken als volgt: 1 r, 1 meerdering voor de volgende steek, 4 r, 1 meerdering voor de volgende steek, 4 r, 1 meerdering links van de laatst gebreide steek, 4 r, 1 meerdering links van de laatstgebreide steek, 1 r (= 18 st). buik: 9r。 9e toer: rug: 18 r, buik: 9 r. 10e toer: rug: 15 r, keer het breiwerk om, haal de eerste steek av af en brei 11 st av, keer weer om, haal de eerste steek av af, 10 r, brei de volgende steek samen met de steek eronder, 3 r. buik: 9 r. 11e, 12e en 13e toer: rug: 18 r, buik: 9 r. Je kunt nu goed zien dat de onderkant plat is (de meerderingen zitten aan de buitenkant), en de rugkant loopt bol door de verdeelde meerderingen:
14e toer: rug: minder 4 st: 2 r, 2 r sbr, 2r, 2 r sbr, 2 r, 2r sbr, 2r, 2 r sbr, 2 r (= 14 st). buik: 2 r sbr, 5 r, 2 r sbr (= 7 st). 15e en 16e toer: rug: 14 r, buik: 7 r. 17e toer: rug: 4 r, 2 r sbr, 2 r, 2 r sbr, 4 r (= 12 st), buik: 7 r. 18e toer: rug: 1 r, 2 r sbr, 6 r, 2 r sbr, 1 r (= 10 st), buik: 7 r. 19e toer: rug: 10 r, buik: 2 r sbr, 3 r, 2r sbr (= 5 st). 20e toer: rug: 10 r, buik: 5 r. 21e toer: rug: 4 r, 1 meerdering rechts van de volgende steek, 2 r, 1 meerdering links van de laatst gebreide steek, 4 r (= 12 st), buik: 5 r. 22e toer: rug: 3 r, 1 meerdering rechts van de volgende steek, 6 r, 1 meerdering links van de laatst gebreide steek, 3 r (= 14 st), buik: 5 r. 23e en 24e toer: rug: 14 r, buik: 5 r. Vul het muisje alvast op. Niet te stijf, de onderkant moet vlak blijiven. Kneed een beetje totdat de vuling goed verdeeld is, en duw de evt. wat uitgerekte steken weer terug in model. Er is nu een nek zichtbaar, en daarna weer meerderingen voor het kopje. 25e toer: bovenkant kopje: 4 r, 2rsbr, 2 r, 2 r sbr, 4 r (= 12 st), onderkant: 2r sbr, 1 r, 2 r sbr (= 3 st). 26e toer: bovenkant: 2 r, 4 x 2 r sbr, 2 r (= 8 st), onderkant: 3 r. Vul nu steeds wat bij. 27e toer: bovenkant: 2 r, 2 x 2 r sbr, 2 r (= 6 st), onderkant: 3 r. Moet er nog vulling bij? Neem een stukje lichtroze garen en brei alle steken per 2 recht samen. Aan de onderkant, waar 3 steken zaten, 2 r sbr en 1 r. Knip de draad af op ongeveer 25 cm, haal hem met behulp van een stompe naald door de lusjes en zet met de draad evt. uitstekende lusjes beter vast. Je hebt nu een soort blinde mol met staart. Je zult versteld staan wat een paar gebreide oortjes en twee zwarte kraaloogjes doen!
Oortjes:
Zet 2 x 5 steken op met de magische opzet, (tutorial op http://decoratiefbreien.blogspot.com/2012/02/het-begin-de-magische-opzet.html. LET OP: begin deze keer op de 'averechte' kant van de opzet met breien (hou de gladde kant achter en het ribbeltje voor als je de naald uittrekt voor de eerste toer); zo krijg je onderaan een randje waardoor het makkelijker is het oortje vast te zetten. 1e en 2e toer: brei alle steken recht. 3e toer: 3 r, 2 r sbr; andere kant: 2 r sbr, 3 r. 4e toer: 2 r sbr, 3 keer herhalen. Maas de 2 steekjes van de ene kant aan die van de andere kant van het oortje. Vouw de kant om waar maar één mindering zit en zet het oortje vast, met het dubbelgevouwen randje boven op de kop en het andere hoekje zo'n 3 steken verder, kijk ook naar de foto. Brei het andere oortje precies hetzelfde, maar vouw het randje nu naar de andere kant om.
Snorharen:
Haal een restje garen schuin door het neusje en knip af. Doe dit twee keer. Evt. kun je het vastzetten.
Oogjes:
Nu is het muisje bijna af en kun je het makkelijkst de plek voor de oogjes bepalen. Neem twee zwarte kopspelden en probeer uit waar de oogjes moeten komen. Voor wie houdt van natellen: Bij mij zitten er 3 hele steken tussen, en ook 3 witte toeren vanaf het roze neusje. Maak met dun zwart garen (bijv. splijtgaren) een paar steekjes heel dicht tegen elkaar aan, over de hoogte van één steek, op de gewenste plaats.
NB: dit patroon is voor eigen gebruik en mag niet gebruikt worden voor commercièle doeleinden
