Basisbreipatroon voor traditionele Wolbroekjes of soakers. (overbroekjes voor katoenen luiers)
Maten Pasgeboren/Prematuur, Klein (van geboorte tot ongeveer 9 maanden), Middel (van 6 tot zeker 20 maanden) en Groot (voor grotere dreumesen & peuters) met mogelijkheden tot vergroten & verkleinen. De maten zijn in de patroonbeschrijving steeds alsvolgtgenoteerdP-K-M-G
Benodigde breikennis:
Voor dit patroon is er kennis nodig van recht & averecht breien, opzetten, afkanten, meerderen en minderen, maar ook kennis van het onzichtbaar aan elkaar mazen of weven (Kitchener of graften) van panden is gewenst (er is uitleg over dit principe beschikbaar.)
Benodigdheden:
Rondbreinaalden maat #4 & #5 OF koploze naalden #4 & #5. Een centimeter. 50 tot 150 gram onbehandelde schapenwol voor naalden 5. Ringetjes, steken markeerders of draadjes in afstekende kleur om specifieke punten in je breiwerk aan te geven. Een toerenteller of notitiepapiertje om bij te houden hoeveel toeren je al gebreid hebt. Een borduurnaald om de losse draden mee weg te werken. Lanoline (alleen indien gebruikt als overbroek voor een katoenen luier.) Je breit dit broekje vanaf de taille naar beneden in het rond, splitsend voor de beenopeningen /het kruisstuk. Elke lengtemaat die wordt aangegeven kan natuurlijk eenvoudig verlengt en verkort worden voor een langer of korter kindje. De lengtes in het patroon aangegeven komen overeen met een gemiddeld kindje.
Het boord:
Opzetten op naalden 4: 74-80-88-96 (voor maten P-K-M-G) steken. Let erop dat je losjes opzet zodat je een goed rekbaar boord verkrijgt. Sluit je 1 op je laatste steek aan door ze over de naald(en) te verdelen. Brei 2 recht, 2 averecht gedurende 4-5-7-8 centimeter voor het boord (gemiddeld ongeveer12-15-20-24 toeren). Wissel al breiende in de laatste toer naar naalden 5.
Het lijfje:
brei 11-121/2-151/2-17 centimeter (gemiddeld ongeveer 24-28-35- 40 toeren) in tricotsteek (recht dus) totdat je totale lengte 15- 171/2-221/2-25 is. Dit is het grootste deel van het lijfje van het broekje.
De splitsing voor het kruis:
Dit is het bepalende deel van het patroon. Het wordt gezien als het meest complex dus ik ga proberen het op 2 manieren te beschrijven, zowel tekstueel als visueel per maat ondersteund. Het principe van het maken van de beengaten is voor elke maat hetzelfde alleen de verhoudingen verschillen nogal. Er wordt veel geminderd door samenbreien, zowel "normaal" r. & av. (wat een naar rechts hellende mindering geeft) als door de achterste lussen r. & aver. (wat een naar links hellende mindering geeft). Plaatje p2tog tbl & k2tog tbl
Maat Pasgeboren/Prematuur.
Toer 1: Kant 4 steken losjes af, brei 20 steken r. en kant weer 4 steken af. De 20 steken tussen de 2 afkantingen zijn nu de voorkant van het kruisje, de 44 overgebleven steken zijn de achterkant en de 2 maal 4 afgekante steken zijn het begin van de beenopeningen. Brei 44 steken recht. Keer je werk. Je breit voorlopig alleen aan de steken van de achterkant van het kruisje. 1 steek av(erecht), 2 steken av. samenbreien, 39 steken av. (tot 3 steken voor het einde) Brei 2 steken av. samen door de achterste lus (naald achterlangs eerst in de achterste lus van de 2e steek op de linkernaald, dan door de achterste lus van 1e steek steken, omslaan & samen breien), laatste steek av. Keer je werk.
Toer 3 & 5:
1 steek r(echt), 2 steken samenbreien door de achterste lus, r. breien tot er 3 steken op je linkernaald overblijven 2 steken samenbreien en de laatste steek r. breien. Keer je werk. 1 steek av., 2 steken av. samenbreien, av. breien tot er 3 steken op je linkernaald blijven staan. 2 steken av. samenbreien door de achterste lus en de laatste steek av. Keer je werk. Toer 6: 36 steken av. Keer je werk. Toer 7: Als toer 3. Toer 8: Als toer 4. Toer 9: 32 steken r. Keer je werk. Toer 10: Als toer 4. Toer 11: Als toer 3. Toer 12: 28 steken av. Keer je werk Toer 13,15,17,19: Als toer 3. Toer 14,16, 18, 20: Als toer 4. Toer 21: 12 steken r. Keer je werk. Toer 22: 12 steken av. Keer je werk. Laat deze steken op je naald rusten, je gaat nu verder met de 20 steken van de voorkant van het kruisstuk.
Toer 1, 3, 5:
1 steek av. 2 steken av. samenbreien, 14 steken av. breien totdat er nog 3 steken op je linkernaald staan, 2 steken av. samenbreien door de achterste lus, 1 steek av. breien. Keer je werk. Toer 2, 4: 1 steek r., 2 steken samenbreien door de achterste lus, r. tot er 3 steken op je linkernaald overblijven 2 steken samenbreien en de laatste steek r. breien. Keer je werk. Toer 6: 12 steken r. Keer je werk. Toer 7: 12 steken av. breien. Telpatroon maat pasgeboren. Aan de hand van onderstaand telpatroon waarin rood de beenopening voorstelt en geel de gebreide steken, kun je in 1 oogopslag zien of het aantal geminderde steken in jouw breiwerk klopt. Je begint met afkanten bij de X in het diagram. Het patroon wordt horizontaal gespiegeld over de spiegellijn (de rechterzijde van het telpatroon) herhaald
verticale spiegellijin
Maat Klein:
Toer 1: Kant 4 steken losjes af, brei 24 steken r.(echt) en kant weer 4 steken af. De 24 steken tussen de 2 afkantingen zijn nu de voorkant van het kruisje, de 48 overgebleven steken zijn de achterkant en de 2 maal 4 afgekante steken zijn het begin van de beenopeningen. Brei de 48 steken van de achterkant. Keer je werk. Je breit voorlopig alleen aan de steken van de achterkant van het kruisje.
Toer 2:
1 steek av(erecht), 2 steken av. samenbreien, 43 steken av. breien (tot 3 steken voor het einde) Brei 2 steken av. samen door de achterste lus (naald achterlangs eerst in de achterste lus vande2steek op de linkernaald,dan door de achterstelus van 1 steek steken, omslaan & samen breien), laatste steek av. breien. Keer je werk. 1 steek r., 2 steken samenbreien door de achterste lus, r. breien toter3stekenopjelinkernaaldoverblijven2steken samenbreien en de laatste steek r. breien. Keer je werk. 1 steek av.,2 steken av. samenbreien,av. breien tot er 3 steken op je linkernaald blijven staan. 2 steken av. samenbreien door de achterstelus en de laatste steek av. breien. Keer je werk. Toer 6: 40 steken av.. Keer je werk. Toer 7: Als toer 3. Toer 8: Als toer 4. Toer 9: 36 steken r. Keer je werk. Toer 10: Als toer 4. Toer 11: Als toer 3. Toer 12: 32 steken av. Keer je werk Toer 13: Als toer 3. Toer 14: Als toer 4. Toer 15: 28 steken r. Keer je werk. Toer 16, 18,20, 22: Als toer 4. Toer 17, 19,21: Als toer 3. Toer 23, 25: Brei 14 steken r. Toer 24: Brei 14 steken av. Laat deze steken op je naald ruster stekenvan devoorkantvanhet krt Toer 1, 3, 5: 1 steek av. breien, 2 steken av. samenbreien, av. breien totdat er nog 3 steken op je linkernaald staan, 2 steken av. samenbreien door de achterste lus, 1 steek av. breien. Keer je werk. Toer 2, 4, 5: 1 steek recht, 2 steken samenbreien door de achterste lus, recht breien tot er 3 steken op je linkernaald overblijven 2 steken samenbreien en de laatste steek recht breien. Keer je werk. Toer 6: 14 steken recht breien. Keer je werk. Toer 7: 14 steken av. breien. Telpatroon maat Klein. Aan de hand van onderstaand telpatroon waarin rood de beenopening voorstelt en geel de gebreide steken, kun je in 1 oogopslag zien of het aantal geminderde steken in jouw breiwerk klopt. Je begint met afkanten bij de X in het diagram. Het patroon wordt horizontaal gespiegeld over de spiegellijn (de rechterzijde van het telpatroon) herhaald.
Maat Middel:
Toer 1: Kant 5 steken losjes af, brei 26 steken r.(echt) en kant weer 5 steken af. De 26 steken tussen de 2 afkantingen zijn nu de voorkant van het kruisje, de 52 overgebleven steken zijn de achterkant en de 2 maal 5 afgekante steken zijn het begin van de beenopeningen. Brei de 52 steken van de achterkant. Keer je werk. Je breit voorlopig alleen aan de steken van de achterkant van het kruisje. Toer 2: 1 steek av.(erecht), 2 steken av. samenbreien, 47 steken av. breien (tot 3 steken voor het einde) Brei 2 steken av. samen door de achterste lus (naald achterlangs eerst in de achterste lus van de 2e steek op de linkernaald, dan door de achterste lus van 1 steek steken, omslaan & samen breien), laatste steek av. breien. Keer je werk. Toer 3: 1 steek recht, 2 steken samenbreien door de achterste lus, recht breien tot er 3 steken op je linkernaald overblijven 2 steken samenbreien en de laatste steek recht breien. Keer je werk. Toer 4: 1 steek av., 2 steken av. samenbreien, av. breien tot er 3 steken op je linkernaald blijven staan. 2 steken av. samenbreien door de achterste lus en de laatste steek av. breien. Keer je werk. Toer 5,7,9, 11,13, 15: Brei de steken recht. Keer je werk. Toer 6, 8, 10, 12, 14, 16: Als toer 4. Toer 17, 19, 21, 23: Als toer 3. Toer 18, 20, 22: Als toer 4. Toer 24: Brei 20 steken av.. Keer je werk. Toer 25: Als toer 3. Toer 26: Brei 18 steken av.. Keer je werk. Toer 27: Brei 18 steken recht. Keer je werk. Toer 28: Brei 18 steken av.. Laat deze steken op je naald rusten, je gaat nu verder met de 26 steken van de voorkant van het kruisstuk. Toer 1, 3: 1 steek av. breien, 2 steken av. samenbreien, av. breien totdat er nog 3 steken op je linkernaald staan, 2 steken av. samenbreien door de achterste lus, 1 steek av. breien. Keer je werk. Toer 2, 4: 1 steek recht, 2 steken samenbreien door de achterste lus, recht breien tot er 3 steken op je linkernaald overblijven 2 steken samenbreien en de laatste steek recht breien. Keer je werk. Toer 5: Brei 20 steken recht. Keer je werk. Toer 6: Als toer 2. Toer 7: 18 steken av. breien. Keer je werk. Toer 8: 18 steken recht breien. Telpatroon maat Middel Aan de hand van onderstaand telpatroon waarin rood de beenopening voorstelt en geel de gebreide steken, kun je in 1 oogopslag zien of het aantal geminderde steken in jouw breiwerk klopt. Je begint met afkanten bij de X in het diagram. Het patroon wordt horizontaal gespiegeld over de spiegellijn (de rechterzijde van het telpatroon) herhaald
spiegellijn
Maat Groot:
Toer 1: Kant 5 steken losjes af, brei 28 steken r(echt) en kant weer 5 steken af. De 28 steken tussen de 2 afkantingen zijn nu de voorkant van het kruisje, de 58 overgebleven steken zijn de achterkant en de 2 maal 5 afgekante steken zijn het begin van de beenopeningen. Brei de 58 steken van de achterkant. Keer je werk. Je breit voorlopig alleen aan de steken van de achterkant van het kruisje.
Toer 2:
1 steek av(erecht), 2 steken av. samenbreien, av. verder breien (tot 3 steken voor het einde) Brei 2 steken av. samen door de achterste lus(naald achterlangs eerst in de achterste lus van de 2e steek op de linkernaald, dan door de achterste lus van 1e steek steken, omslaan & samen breien), laatste steek av. breien. Keer je werk. Toer 3 & 5: 1 steek r. , 2 steken samenbreien door de achterste lus, r. breien tot er 3 steken op je linkernaald overblijven 2 steken samenbreien en de laatste steek recht breien. Keer je werk. Toer 4: 1 steek av., 2 steken av. samenbreien, av. breien tot er 3 steken op je linkernaald blijven staan. 2 steken av. samenbreien door de achterste lus en de laatste steek av. breien. Keer je werk. Toer 6: Brei 50 steken av.. Keer je werk. Toer 7: Als toer 3. Toer 8: Brei 48 steken av.. Keer je werk. Toer 9: Brei 48 steken recht. Keer je werk. Toer 10, 12: Als toer 4. Toer 11: Brei 46 steken r.. Keer je werk. Toer 13: Brei 44 steken r.. Keer je werk. Toer 14: Brei 44 steken av.. Keer je werk. Toer 15,17,19,21,23, 25,27: Als toer 3. Toer 16, 18, 20: Brei de steken r.. Keer je werk. Toer 22, 24, 26, 28: Als toer 4. Toer 29: Brei 22 steken r.. Toer 30: Als toer 4. Toer 31, 33, 35: Brei 20 steken r.. Toer 32,34: Brei 20 steken av.. Laat deze steken op je naald rusten, je gaat nu verder met de 28 steken van de voorkant van het kruisstuk. Toer 1,3: 1 steek av. breien, 2 steken av. samenbreien, av. breien totdat er nog 3 steken op je linkernaald staan, 2 steken av. samenbreien door de achterste lus, 1 steek av. breien. Keer je werk. Toer 2: 1 steek r., 2 steken samenbreien door de achterste lus, r. breien tot er 3 steken op je linkernaald overblijven 2 steken samenbreien en de laatste steek r. breien. Keer je werk. Toer 4: Brei 22 steken r.. Keer je werk. Toer 5: Als toer 1. Toer 6: 20 steken av. breien. Keer je werk. Toer 7: 20 steken r. breien. Telpatroon maat Groot Aan de hand van nevenstaand telpatroon waarin rood de beenopening voorstelt en geel de gebreide steken, kun je in 1 oogopslag zien of het aantal geminderde steken in jouw breiwerk klopt. Je begint met afkanten bij de X in het diagram. Het patroon wordt horizontaal gespiegeld over de spiegellijn (de rechterzijde van het telpatroon) herhaald.
Verenigen voor & achterkant:
Weef of maas (of eigenlijk grafting of kitchener) met een borduurnaald het kruisje aan de tegenoverliggende steken. Voor info over kitchener steken zie: http://www.stitchguide.com/stitches/knitting/stitch pages/kn_kit chener.html of http://www.knitty.com/ISSUEsummer04/FEATtheresasum04.htm I Je maakt een extra rijtje vtjes tussen het kruisje en de tegenoverliggende steken, deze vtjes sluiten naadloos aan bij het patroon.
Je maakt een extra rijtje vtjes tussen de tegenoverliggende steken, deze vtjes sluiten naadloos aan bij het patroon. Door de 2 delen, met de juiste kanten boven, tegen elkaar te houden alsof ze al aan elkaar zitten terwijl ze nog op je naald staan, heb je het best overzicht over de situatie. Het makkelijkste in mijn ervaring is om met het losse eind van 1 vandedelendieje aanelkaarzetdoor teborduren.Allereerst de naald met draad door de laatst gemaakt breilus halend van achter naar voren.Daarna steeds vanboven in de steek aan de overkant, van onder naar boven in de naastgelegen steek weer naar de overkant toe stekend. Als je rechtshandig bent is werken van rechts naar links het mooist, ben je linkshandig werk dan liever van links naar rechts.
De beenboorden:
Voor een mooie afwerking bij de bovenbeentjes & om te voorkomen dat de luier onder het broekje uitsteekt neem je nu gelijkmatig verdeeld over de omtrek van de beenopening 40-48- 52-60 steken op voor een boord met naalden 4. Er zijn verschillende mogelijkheden voor het beenboord. 1. Het meest eenvoudig is om weer terug te switchen naar naalden #4 en 2 r., 2 av. te breien.3-4-5-6 centimeter boord vervolledigddebroek.
2.Een kort rolboord. Door meteen vanaf het begin r. te breien met naalden 4 krijg je een mooi volledig oprollend rolboord, ongeveer 8 toeren tricotsteek en een rechte afkanting geven een kortrolboord.
3.Een langer rolboord. Door eerst (2-3-4-5) centimeter recht te breien, dan een toer av. in te voegen & daarna weer 8 toeren recht te breien krijg je een mooi, wat langer rolboordje dat niet verderzalrollendandeav.senaald. 1.Het meest rekbare boord is een 1 r., 1 av. boord. Erg fijn voor zeer dun- of dik-benigen. Uiteraard kun je voor deze extremen ook wat minder of meer steken opnemen. 2.Je kunt natuurlijk ook een boord aanhaken met verschillende effecten. Zeker voor meisjes geeft dit veel verschillende mogelikheden
voorbeeld van een gehaakt boord.
Taillekoord:
Op zich hoeft dit koord niet nodig te zijn als je naalden #4 voor het boord hebt gebruikt. Maar omdat gebreide kleding nogal rekbaar is en dreumesen en peuters nogal vingervlug, kan het handig zijn een koord door het tailleboord te trekken. Op de helft tot 2/3 vanaf de bovenkant komt het koord het meest tot zijn recht. Het koordje kun je vlechten of punniken van een restjes wol. Of je kunt het breien door 80-88-96-104 steken losjes op te zetten, 1 toer te breien en weer losjes af te kanten. Dit geeft een zeer rekbaarkoord.
Klaar! Versieren maar!
Optioneel: Rokje
Leuk voor een kleine dame in de zomer is een rokje aan de soaker tebreien. Een wijd rokje onstaat wanneer je alle steken van de bovenste toer van het lijfje van de broek opneemt (resp. 72-80-88-96 steken) nadat het broekje af is. Deze steken meerder je elke toer met 1 steek zowel aan de linker als aan de rechter zijde. Na 12- 15-17-19 cm brei je 1 averechtse toer enkant je af. Deze rok vergt behoorlijk wat garen in de grotere maten. Een veel smaller rokje maak je door 5 toeren boven het einde van het rechte tunneldeel van het lijf van het wolbroekje alle steken rondom op te nemen(resp 71-80-88-96 steken) & vanaf daar tenminste 2 steken per toer te meerderen totdat de lengte van het rokje naar je zin is.
Rushes:
Je kunt ook steken opnemen over 1 toer aan achterkant van het broekje,een naald breien, in de 2° naald elke steek te verdubbelen (1 steek per steek meerderen dus) en na een naald of 5 a 8 afkanten. Dit geeft rushes ook wel roezels genoemd. Door dit een aantal keer te herhalen verdeeld over de achterzijde krijg je een leuke dikke bilpartij.
Andere boorden:
3 recht, 1 averecht geeft de mogelijkheid om een vlechtend kabeltje in te bouwen. 2 recht, 2 averecht kan ook bekabeld worden aan de rechte zijde. Bij de beentjes kun je deze kabel ook toepassen, eindigend met een klein stukje ongekabeld boord of een rolboord van 8 toeren. Aan de hand van onderstaand telpatroon waarin rood de beenopening voorstelt en geel de gebreide steken, kun je in 1 oogopslag zien of het aantal geminderde steken in jouw breiwerk klopt. Je begint met afkanten bij de X in het diagram. Het patroon wordt horizontaal gespiegeld over de spiegellijn (de rechterzijde van het telpatroon) herhaald.
Voor de heren:
Voor kleine mannen zijn de mogelijkheden iets meer beperkt. De afwisseling van een volledig binnenstebuiten gebreide soaker kun je toch wat varieteit in de luierkast aanbrengen. Ook het toepassen van andere patroonsteken leidt tot leuke variatie.
De kleine lettertjes...copyright enzo
ue Iliay -Dit patroon printen voor eigen gebruik. -Uiteraard producten gemaakt van dit patroon verkopen. Al zou ik het fijn vinden dat je dat even meld, ik ben nieuwsgierig! Bedankt! -Dit patroon opslaan op een CD of diskette zodat je het niet kwijtraakt. -Zoveel producten maken op basis van dit patroon als je wil. Je mag niet: @ Storm op Zolder 2004. -De afdrukken van dit patroon fotokopieren. -Dit patroon vermenigvuldigen, anders dan om het op te slaan om het te bewaren. -Dit patroon e-mailen aan iemand anders. -Dit patroon delen op ene maillijst of nieuwsgroep, daaronder versta ik ook het uploaden van dit patroon naar een groep. -Dit patroon aan iemand anders dan de koper beschikbaar stellen. -Kopieen van dit patroon weggegeven of verkopen. -Als je dit patroon doorverkoopt, bewaar dan geen originelen of backups, net als je dat met een papieren patroonblad zou doen. Veel plezier met je wolbroek!
